-
1 en
en3 [bij verrassing, teleurstelling; als inleiding op tegenstellend zinsverband] and, but ⇒ so♦voorbeelden:3 en waarom doe je het niet? • so why don't you do it?en toch • and stillnou en? • so what?, and …?en ik heb het nog zo verboden • and I absolutely forbade iten maar kletsen • nothing but chattervind je het fijn? (nou) en of! • do you like it? I certainly do!, I'll say!en(, hoe gaat het ermee)? • well(, how's it going)? -
2 twee
twee1〈de〉1 two♦voorbeelden:1 hij kreeg een twee voor zijn repetitie • ±he got an F for his test; he scored two out of ten for his test 〈 in Nederlandse cijferstelsel〉twee aan twee • in twos————————twee2〈 telwoord〉♦voorbeelden:dat kost twee gulden • that costs two guilderstwee keer per maand/week • twice a month/a weekeen stuk of twee • a couple oftwee weken • fortnight, two weeksik heb ze alle twee gezien • I've seen both of them/them bothbier en bier is twee • there's beer and beerdat is zo zeker als tweemaal twee vier is • that's as sure as two and two are four/eggs is eggsiets in tweeën breken • break something in(to) two (parts)zij kwamen met zijn tweeën • two of them camezij waren met zijn tweeën • there were two of themvan tweeën één • (it's) one or the other -
3 twee en twee is vier
twee en twee is vierVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > twee en twee is vier
-
4 keer
1 [maal] time2 [wending] turn♦voorbeelden:het is de eerste keer dat ik het zie • this is the first time I have seen iteen enkele keer • once or twicegeen enkele keer • not oncevoor de laatste keer • for the last timevolgende keer beter! • better luck next time!de vorige/laatste keer dat hij hier was • when he was last here, (the) last time he was herenu moet je toch eens een keer ophouden • and now it's about time you stopped(op) een andere keer • another timedeze (ene) keer hield iedereen nu eens zijn mond • for once everybody kept quietnou vooruit, voor deze keer dan! • all right then, but just this once!de ene keer (is het) dit, de andere keer dat • now it's this and then it's thatnog een keer(tje) • (once) again, once morekeer op keer • time after time, time and againper keer • a timeanderhalf keer zoveel • half as much/many again(op) een keer • one dayeen keer te veel • once too oftendat is één keer en nooit meer • never againéén enkele keer, slechts één keer • only onceéén keer moet de eerste zijn • there is a first time for everything(het lukte hem) in één keer • (he did it) in one gowe hebben alles in één keer betaald • we paid for everything outright(meteen) de eerste keer al • right offnegen van de tien keer • nine times out of tendat heb ik nu al tien/honderd keer gehoord • I've already heard that I don't know how many times/a hundred timestwee keer • twicedat zal me geen tweede keer gebeuren! • I'll make sure that doesn't happen againvoor mijn part is hij twintig keer burgemeester • he can be mayor twenty times over for all I carede zoveelste keer • the umpteenth time -
5 dat is zo zeker als tweemaal twee vier is
dat is zo zeker als tweemaal twee vier isthat's as sure as two and two are four/eggs is eggsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is zo zeker als tweemaal twee vier is
-
6 been
n. (Anatomy) leg, one of the two or four limbs that support and move an animal or human; bone, hard structures which make up the skeleton; long narrow part of something -
7 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it -
8 over
over1♦voorbeelden:dat is over • that is done with/finishedover was de pret • the party was overII 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] across, over2 [resterend] left, over3 [boven de maat] spare♦voorbeelden:〈 verkeer〉 klaar, over! • cross now!met het vliegtuig ben je in een paar uur over • you get across in a few hours by (aero)planemorgen gaan we over • we are moving tomorrowdeze leerling is over • this pupil has moved upmen liep over en weer • there was a lot of toing and froingzij zijn over uit Canada • they are over from Canadaelkaar maar over en weer verwijten maken • do nothing but pass the blame (onto one another)als er genoeg tijd over is • if there is enough time lefthet is over van gisteren • that is left over from yesterday〈 communicatiemedia〉 over! • over (to you)!3 redenen te over • plenty of/abundant reasons————————over2〈 voorzetsel〉1 [boven] over, above2 [op, langs, aan de andere kant van] across, over3 [met betrekking tot het bedekken van een oppervlak] over, across4 [wat betreft] about5 [via] by way of, via6 [gedurende] over7 [wegens] about9 [na verloop van] after, in10 [meer/verder dan] over, past♦voorbeelden:2 hij werkt over de grens • he works across/over the borderover de heuvels • over/beyond the hillseen koude rilling liep over haar rug • a cold shiver ran down her spinemet de benen over elkaar (geslagen) • with legs crossedwerk verdelen over de mensen • share out work among the peopledwars over het pad • right across the patheen kleed over de tafel leggen • put a cloth over/on the tableover de hele wereld • all over the worldzij heeft iets innemends over zich • she has got something charming about herde winst over het vierde kwartaal • the profit over the fourth quarterover deze zaak heb ik niets te zeggen • on this matter I have nothing to sayzijn gedachten over iets laten gaan • turn something over in one's mindzij communiceren over de mobilofoon • they communicate by mobile telephonezij reed over Nijmegen naar Zwolle • she drove to Zwolle via Nijmegenover de post • by posteen brug over de rivier • a bridge over/across the riverover een periode van … • over a period of …verheugd over • delighted at/withvallen over iets/iemand • 〈 figuurlijk〉 take exception to something/someone9 over een dag of tien/twee minuten • in about ten days(' time)/in two minutes(' time)zaterdag over een week • a week on/from Saturdaytot over zijn oren in de problemen zitten • be up to one's neck in troublehij is over de twee meter (lang) • he is over two metres (tall)het is over vieren • it is past fourhet is kwart over vijf • it is a quarter past fiveeen man van over de zeventig (jaar oud) • a man of over seventy (years old)het is vijf over half zes • it is twenty-five to six -
9 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
10 walrus
n. walrus, large tough-skinned sea animal that is related to seals and has two tusks and four flippers -
11 raap
n. turnip, either of two similar plants with flowers of four petals and with a fleshy root of white or yellow color; root of this plant used as a vegetable
См. также в других словарях:
Two You Four You — Infobox Album | Name = Two You Four You Type = Album Artist = Tackey and Tsubasa Released = November 15, 2006 Recorded = avex studio, FOLIO SOUND STUDIO, ON AIR AZABU STUDIO, JOHNNY S STUDIO, prime sound studio form, sunrise studio, WARNER STUDIO … Wikipedia
two-by-four — I. noun Date: 1884 a piece of lumber approximately 2 by 4 inches as sawed and usually 1 5/8 by 3 5/8 inches when dressed II. adjective Date: 1897 1. small or petty of its kind < this house and its two by four garden Philip Barry > 2. measuring… … New Collegiate Dictionary
One, Two, Three, Four, Five — Roud #13530 Written by Traditional Published c. 1765 Written England Language English Form Nursery rhyme One, two, three, four, five is a popular English language nursery rhyme and counting out rhyme. It has a Roud Folk Song … Wikipedia
One Two Three Four — This article is about a song by The Saints. For the Beatles song, see All Together Now. One Two Three Four EP by The Saints Released September 1 … Wikipedia
Four Star Television — Four Star Television, also called Four Star Films, Four Star Productions, and Four Star International, was an American television production company which operated from 1952 to 1989. It was formed by prominent Hollywood actors Dick Powell, David… … Wikipedia
Four fours — is a mathematical puzzle. The goal of four fours is to find the simplest mathematical expression for every whole number from 0 to some maximum, using only common mathematical symbols and the digit four (no other digit is allowed). Most versions… … Wikipedia
Four-horned Antelope — Male Four horned Antelope Female Four horned Antelope … Wikipedia
Two-phase electric power — Two phase electrical power was an early 20th century polyphase alternating current electric power distribution system. Two circuits were used, with voltage phases differing by 90 degrees. Usually circuits used four wires, two for each phase. Less … Wikipedia
Four Oaks, Birmingham — Four Oaks is a principally residential area in northern Sutton Coldfield, Birmingham, England. It is a suburban area adjacent to Sutton Park, approximately 13 kilometres north of Birmingham City Centre. It is bordered by Streetly, Mere Green,… … Wikipedia
Four Bears Bridge — is one of two bridges built over the Missouri River on the Fort Berthold Reservation in the U.S. state of North Dakota. The current bridge which opened in 2005 is the second largest bridge in the state and replaces an earlier bridge built in 1955 … Wikipedia
Four-wheel drive — This article is about the class of vehicle drivetrains. For other uses, see Four by four/Four wheel drive (disambiguation). All wheel drive redirects here. For the all wheel drive in motorcycles, see two wheel drive. The Jeep Wrangler is a 4WD… … Wikipedia